F-woord
Het F-woord.
Het laatste woord is er nog niet over gezegd; Engelse woorden en/of zinsconstructies, duur gezegd 'Anglicisme', in onze eigen Nederlandse taal. Met name scheldwoorden en krachttermen worden nog eens van de 'overkant' geleend. Of we ze terecht als Anglicisme mogen labelen, is nog maar de vraag, want zo Brits is de Engelse taal niet.
Een grote familie
In principe kunnen we alle talen herleiden tot één taal, het zogenaamde Proto Indo-Europees. Proto omdat het een hypothetische taal is. Daaruit is o.a. het Indo-Europees ontstaan, een taal-voorouder die wel meer dan 400 talen voortbracht. Talen zoals Keltisch, Germaans en Romaanse, maar ook Armeens en Slavisch, waaierden uit over diverse gebieden zoals het tegenwoordige Europa en Zuid-Oost Azië.
Van alle markten thuis.
De Engelse taal, zoals we dat nu kennen, is door de eeuwen heen uitgewrongen en verrijkt door de vele veroveraars van het eiland. De kelten die het eiland vermoedelijk in de eerste eeuw voor onze jaartelling betrokken, kregen rond 43 BC te maken met de Romeinen en hun taal. In de vijfde eeuw verdrongen Germaanse stammen (de Anglo-Saksen) de kelten, waarmee ook die taal verdween. Het is onduidelijk of het latijn uit die tijd een overblijfsel was van de Romeinen of dat de Germaanse stammen dat van 'huis' uit meenamen.
In de achtste eeuw komen de vikingen. Zij brengen de Deens taal mee en dit mengt zich met de taal van de Anglo-Saksen. Het zorgt voor een verrijking van het woordenboek, vervangt een aantal woorden en is naar alle waarschijnlijkheid de reden dat de zinsconstructie en uitspraak veranderden. De grootste verrijkers van de taal komen een paar honderd jaar later aan.
Pardon my French.
In de 11de eeuw werd het Britse eiland veroverd door William van Normandië, een Fransman. Het Koninklijke hof, met bijbehorende aristocratie en kerkleiders bedienden zich van de Franse taal. Engels werd de taal van het volk. Landheren en baronnen maakten zich de taal eigen om contact te houden met de werklieden. Royalty sprak daarentegen nauwelijks Engels. King (Lionheart) Richard, sprak waarschijnlijk geen woord Engels.
Vanaf de 13de eeuw wordt het Frans ook steeds meer gebruikt in manuscripten. Ongeveer 10.000 woorden worden aan het Brits toegevoegd, waarvan 70% zelfstandig naamwoorden. Voorvoegsels als con-, trans-, pre-, en 'achtervoegsel' als -ance, -tion en -ment, zijn een erfenis uit de Franse taal.
Het klinkt als...
Onder invloed van het Frans, dat uiteraard op haar beurt ook weer beïnvloed was door o.a. Latijnse en Perzische talen, veranderde de betekenis van bepaalde klanken. De [f] en [v], bijvoorbeeld, waren in het Oud Engels wel aanwezig, maar werden niet gebruikt om het verschil in betekenis aan te duiden, zoals bijvoorbeeld bij feel en veal.
Op deze manier zijn veel woorden onder het segment F terecht gekomen in het woordenboek.
To Fly is hier ook een voorbeeld van. Het Oud-Engelse woord Fleogan, komt qua uitspraak waarschijnlijk het dichtst in de buurt van het Oud-Nederlands vlegen. Had het Germaans de overhand gevoerd, dat was het waarschijnlijk zo gebleven.
F... the system.
Toch komt het bekende F-woord niet bij de Fransen vandaan. De veroorzakers liggen veel dichter bij huis. Het woord fokken duikt voor het eerst op in de achtste eeuw in een Oud-Nederlandse tekst (foci-chalti 'fokzeug'). Het wordt gebruikt om het voortplanten van diersoorten te benoemen. Later wordt het ook gebruikt om 'onjuist' geslachtsgemeenschap aan te duiden (Hoer Mary,... die hy ... eens lustich fockte).
In andere Germaanse talen zijn de woorden voor deze daad ook overeenkomstig. Duits kent het woord ficken, in Noordwegen spreekt men van fukka en in het Zweeds wordt het woord focka gebruikt en wordt het mannelijk geslachtsdeel aangeduid met fock. De 'stam' uit het Indo-Europees hiervan is fuk, wat in de basis slaan/ stoten betekend.
De eerste keer.
In de vijftiende eeuw duikt in het Engels het woord voor het eerst op in tekst met een negatieve seksuele bijsmaak. Eerder wordt het woord uiteraard al wel gebruikt, maar is de connotatie discutabel. Vandaar dat men het gedicht Flen, flyys, and freris (vlooien, vliegen en monniken), nota bene een kinderrijmpje, aanhoudt als eerste 'gebruiker' van 'to fuck': They [the friars] are not in heaven, since...they fuck the wives of Ely (een plaatsje in de buurt van Cambridge).
Vanaf dat moment duikt het woord sporadisch op. Het is niet zo dat het niet gebruikt wordt, maar aangezien taalwetenschappers en historici afhankelijk zijn van geschreven bronnen, is het moeilijk om er een exacte uitspraak over te doen. Naar alle waarschijnlijkheid was het een vulgair woord dat wel door het 'klootjesvolk' werd gebruikt, maar niet door degene die de pen hanteerden. Pas in de negentiende eeuw, als de erotiek wat losser mag in de literatuur, komt het woord steeds vaker voor om bepaalde handelingen, niet per definitie negatief, aan te duiden. Tegenwoordig is het bijna niet meer weg te denken en is het woord 'fuck' één van de meest veelzijdige woorden in het idioom als werkwoord, bijwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord etc.
Zonder grenzen.
Uiteindelijk is taal niet zo makkelijk aan één bepaald land te koppelen. Het heeft daarom ook geen zin om taal te begrenzen. Het sijpelt toch wel tussen de regels door. Het past zich aan, waaiert uit of blijft hangen op de plaats waar het welkom is. We kunnen krampachtig vasthouden aan wat wijzelf zien als een 'eigen' vocabulaire, maar daarmee doen we de veelzijdigheid van de taal tekort.
Bronnen:
The Cambridge Encyclopedia of The English Language. David Crystal
www.wikipedia.com
Annette Rijsdam | Reporter GP